Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En insgelijks ook de mannen, nalatende het natuurlijk gebruik der vrouw, zijn verhit geworden in hun lust tegen elkander, mannen met mannen schandelijkheid bedrijvende, en [66]de vergelding van hun dwaling, die [daartoe] behoorde, in zichzelven ontvangende. 66. Dat is, de rechtvaardige straf van hun afgodendienst of het rechte loon. Want de afgodendienst, die geestelijke hoererij is, wordt gemeenlijk van God gestraft met lichamelijke, gelijk men die twee zonden gemeenlijk bij elkander ziet regeren. Zie Num.25:1,2; Openb.17:1,2, enz.